Alpenlanden

 

Zwitserland

GESCHIEDENIS

Zwitserland is eigenlijk (bij normale Nederlanders) niet zo bekend als wijnland. Er is geringe uitvoer, de wijnbouw is gering van omvang en de prijzen zijn relatief hoog. Maar ze zijn zeker de moeite waard!

De wijndruif is via verschillende routes in Zwitserland gekomen:

-        via Marseille en de Rhône naar het meer van Genève en Unter Wallis

-        van de Rhône door het Doubsdal naar de Bourgondische Poort en vandaar naar de Zwitserse kant van de Jura en naar de Boven–Rijn en het Bodenmeer

-        via Lombardije naar Ticino en daarvandaan via de San Bernardino naar het Graubündense Rijndal

-        vanuit het Aostadal via de grote St. Bernhardpas naar Wallis

Er is weinig gedocumenteerd over de Romeinse periode. Meer is bekend over Bourgondische monniken die in de 6e eeuw het klooster in St. Maurice (nabij Aigle) stichtten en met de verspreiding van kloosters de wijnbouw verspreidden. De bloeitijd was in de Middeleeuwen, er stonden zelfs in Berner Obenland wijnstokken. Ondanks deze massale productie moest er wijn geïmporteerd worden uit de Elzas en Zuid-Baden om aan de vraag te voldoen. In de 19e eeuw kwamen er grote veranderingen. Baden, Württemberg en Beieren traden toe tot de Duitse douane-unie. Daarmee verloren de Zwitserse grenskantons een belangrijke afzetmarkt. De opening van de Gotthard tunnel in 1882 maakte goedkope import vanuit Italië mogelijk én Zwitserland werd achtereenvolgens getroffen door de druifluis, valse meeldauw en meeldauw. Dit bracht het oppervlakte dat gebruikt werd voor wijnbouw terug van 34.380 hectare in 1884 tot 12.457 hectare in 1932. Pas in de jaren ’70 van de vorige eeuw trok het weer wat aan. Tegenwoordig bedraagt het circa 1500 hectare.

 

THEORIE

De Alpen en hun uitlopers bepalen overal in Zwitserland de wijnbouw-omstandigheden. In de dalen van de Voor-Alpen en langs de meren groeien de meeste stokken op gletschermorenen. De bergen geven regenschaduw en dienen als windkanaal. Er ligt bij Visp een wijngaard op 1200 meter hoogte! De bergen zorgen voor zonbeschutting waardoor een broeikas ontstaat; de meren en rivieren zorgen voor zonweerkaatsing. De bodem is gevarieerd maar overwegend kalkrijk.

Verreweg de belangrijkste druivensoort in Zwitserland is de Gutedel; een van oorsprong Perzische druif. Hij komt ook in de Elzas en Duitsland voor en is in Zwitserland bekend als Gutedel, Chasselas of Fendent. Goede tweede is de Pinot Noir. Een van de weinige oorspronkelijke blauwe druiven uit de Valais is de Humagne Rouge.

 

Zwitserland is in 3 wijngebieden te verdelen:

1. West-Zwitserland zijn de gebieden ten westen van de noord-zuid lijn over Bern. Voornamelijk witte wijnen, maar ook zeer goede rode zoals de Dôle uit Sion

2. Zuid- Zuidwest is de punt naar Italië. Voornamelijk rode wijn, met name bekend om zijn Merlot

3. Oost- Zuidwest ten oosten van de noord-zuid lijn over Bern. Voornamelijk licht rode wijnen.

De kalkgronden zorgen voor een delikaat karakter. Vooral witte wijnen zijn fijn van smaak en boeket met een natuurlijke neiging tot mousseren.

Typische wijnen uit Zwitserland zijn

-        de Dôle uit Valais/ Wallis gemaakt van Pinot Noir en Gamay

-        Fendent van Chasselat, dé wijn bij kaasfondue

-        Vin de Glacier uit Valais wordt zeer jong op vaten van larixhout gelegd en hoog in de bergen aan de rand van gletschers opgeslagen. Men laat ze daar een paar jaar; de wijn wordt zeer droog en heeft een aparte, bittere afdronk

-        Oeuil de Pedrix, rosé genaamd naar de kleur van patrijze-ogen. Gemaakt van Pinot Noir uit Neuchâtel.

 

Oostenrijk

GESCHIEDENIS

Het is onduidelijk of de Kelten aan de oevers van de Donau wijn verbouwden, wel staat vast dat ze wijn waardeerden. Het is wel zeker dat de Romeinen in hun provincie Pannonia superior systematisch wijnbouw introduceerden sinds de 3e eeuw. Garnizoens in de provincies werden aangezet zelf de wijn te verbouwen voor hun garnizoenen. Karel de Grote legde met zijn selectie van de beste druivenrassen die hij  “Frankisch” noemde de basis voor verdere ontwikkeling. Wijnbouw kreeg een bepaalde economische waarde. Krems, de wijnbouwstad, wordt voor het eerst vermeld in 995. Kloosters in Oostenrijk en Beieren waren allemaal agrarische bedrijven. Toen keizer Joseph II in 1784 het schenkrecht van wijnlokalen regelde kreeg de wijnbouw weer een stimulans. Er werd een impuls gegeven voor serieuze kwaliteitswijnbouw. De druifluis zorgde voor de teelt van talrijke variëteiten, waaronder Zweigelt, Blauburger, Goldburger én het ontwikkelen van de “hoge cultuur”. Dit is het hoger leiden van de stokken en een hogere loofwand, waardoor bewerking in de bergen beter ging.

Het glycol-schandaal van 1985 zorgde voor nieuwe wetgeving én dat de massa-productie die ervoor gaande was veranderde in kwaliteitsproductie.

 

THEORIE

De wijngebieden bevinden zich allen in het oosten en zuid-oosten van Oostenrijk; een gebied met een landklimaat. Er zijn 6 gebieden te benoemen, van belang zijn er 4, namelijk:

-        Niederösterreich: Wachau, Krems en Langelois. Overwegend witte wijn, een beetje rood

-        Burgerland, ten zuid-oosten van Wenen, gelegen rond een ondiep steppemeer, de Neusiedlersee. Dit zorgt voor een speciaal microklimaat wat edele rot veroorzaakt

-        Steiermark, in het zuid-oosten van Oostenrijk is een versnipperd wijngebied. Voornamelijk witte wijn, een beetje rood

-        Wien, de omgeving van de stad. Bekend om zijn “heurige”, in feite een onrijpe, jonge wijn . Wordt direct vanuit het vat getapt met nog gist en zoet van onvergiste suikers. Zuid-oost Wien heeft krachtigere witte en rode wijnen.

Dé nationale druif is de Grüner Veltliner. Een kwart van de wijngaarden is ermee beplant. Daarnaast zijn de Müller-Thurgau, de Riesling, de Neuburger en de Bouvier veel aangeplante druiven. De Bouvier is een druif die vroeg rijpt en veel gebruikt wordt voor heurige. Blauwe druiven die je veel ziet in Oostenrijk zijn Zweigelt, Blaufränkisch en Blauburgunder.

 

Gebruikte boeken:

Drankenkennis Deel 1 - Wijnkennis voor het SVH Wijncertificaat

Wijn van André Dominé