Bordeaux


 

GESCHIEDENIS

Bordeaux is meer dan een beroemd wijngebied. Het is een symbool voor goede wijn. Het is de grootste, succesvolste appellation van Frankrijk én van de wereld. Op 100.000 hectare worden jaarlijks 660 miljoen flessen geproduceerd. De elitewijnen maken daar slechts 5 % van uit, maar hun uitstraling is zo groot dat de hele regio daarvan profiteert. De hele wijnwereld richt zich op zijn stijl en kwaliteit.

De Romeinse dichter Ausonius woonde in de 4e eeuw n. Chr. In de omgeving van wat nu St. Emilion is en beschreef al wijnbouw aan de Dordogne en perste zijn eigen wijn. Onzeker is of er in de omgeving van Burdigala (Bordeaux) op de landerijen al druiven stonden. Er wordt nergens melding van gemaakt. Er wordt gedacht dat dit pas is gebeurd nadat de wijnrank inheems was geworden aan de Rhône en in de Provence. Bordeaux was voor de Romeinen een handels- en overslagplaats naar Engeland. Ook de veronderstelling dat de Romeinen de belangrijkste druif vanuit Albanië meebrachten staat op losse schroeven. Recent onderzoek leert dat Cabernet Sauvignon oa. uit genetisch materiaal van Cabernet Franc en Sauvignon Blanc bestaat. Waarschijnlijk is hij véél later gekruist of door spontane mutatie ontstaan.

Er zijn schaarse bronnen over regionale wijnbouw in de Middeleeuwen. De stad is door allerlei stammen veroverd en in 870 door de Vikingen volledig verwoest. De wijnbouw heeft nooit het onderspit gedolven. Het succesverhaal begint in 1152 als Aliénors van Aquitanië trouwt met Hendrik II Plantagenet , hertog van Normandië en later koning van Engeland. Gascogne kan, dankzij tolprivileges, opklimmen tot de belangrijkste hofleverancier van het Engelse hof en de society, waarbij Bordeaux met de latere inlijving van La Rochelle door de Fransen kan opklimmen tot onbetwist nummer 1 van de wijnhandelsplaatsen.

De wijn die verhandeld werd kwam niet uit de Medoc, want dat was voornamelijk moeras, maar van de steenslaggronden van de Graves en de stroomopwaarts gelegen gebieden van Gaillac en Bergerac en was lichtrood en dun en werd Clairet genoemd. Tot de 14e eeuw werd bijna alle wijn die in Engeland gedronken werd vanuit Gascogne geleverd. Tot de 100 jarige oorlog, waarna Gascogne aan Frankrijk werd toegewezen. Gelukkig voor Bordeaux was Holland intussen ook een varende wereldmacht en namen we de export bijna naadloos van de Britten over. In het begin van de 17e eeuw legden de Hollanders de moerassen van Medoc droog door een uitgekiend kanalensysteem én introduceerden ze zwavelen ter conservering. Ze schiepen hiermee de voorwaarden voor de goede wijnen van latere eeuwen.

In de 18e eeuw waren de Engelsen weer terug in Bordeaux en stichtten ze handelshuizen. De handelshuizen en hun reizende inkopers, coutiers, gingen begin 19e eeuw pogingen doen tot een classificatiesysteem van de afzonderlijke châteaus. Dit moest rust creëren. Het resultaat van deze bemoeiing, die uitsluitend voor de  Medoc en Sauternes geldt, werd de classificatie van 1855 waarmee de châteaus op de Wereldtentoonstelling van Parijs in dat jaar triomf haalden.

De 20e eeuw was moeilijk. Eerst de druifluiscatastrofe  die nagenoeg het hele wijnbergbestand ruïneerde. Na een korte herstelperiode brak de 1e Wereldoorlog uit. Dit en de economische crisis zorgden voor instorting van de belangrijkste buitenlandse markten zoals Rusland en de VS.

Pas na de jaren ’50 ging het beter. De classificatie van de Graves en St. Emilion vond plaats (Pomerol bezit nog steeds geen officiële). De beste wijnen van de regio bereikten duizelingwekkende prijsniveaus. Gebrek aan wijn ging ervoor zorgen dat handelaren wijn gingen versnijden met wijn uit andere streken. Dit escaleerde in 1973 met een schandaal waardoor de prijzen tuimelden. Door de concurrentie uit de Nieuwe Wereld werd Bordeaux gedwongen zijn wijnen toegankelijker te maken. Dit is erg beïnvloed door Robert Parker Jr. Bordeaux werd gedwongen in hun kelders te investeren, de tanninestructuur moest veranderen en er werd gespeeld met de samenstelling waarin Merlot een belangrijkere rol ging spelen. Er werden steeds meer technische vernieuwingen toegepast én methodes die de Nieuwe Wereld verweten waren zoals gebruik van houtsnippers in plaats van vaten.

 

THEORIE

Bordeaux bezit goede condities om wijn te maken. Het ligt precies halverwege de evenaar en de noordpool en geniet een evenwichtig klimaat; de warme golfstroom van de Atlantische Oceaan verhinderd extreme temperatuurschommelingen en aan de kust van Aquitanië houden bossen de ergste stormen tegen. Vorstgevaar bestaat er nauwelijks.

Bodemtechnisch zijn er 3 grote gebieden te onderscheiden:

1. de Médoc ten noorden van Bordeaux bestaat uit schrale, goed gedraineerde zand en kiezelgrond waar voornamelijk blauwe druiven groeien

2. de Graves in het westen en zuiden van de stad waar riviergrond voorkomt. Erg geschikt voor aromatische, slanke rode maar ook voor droge én zoete witte wijnen

3. Entre – deux – Mers tussen de beide rivieren Garonne en Dordogne bestaat uit een plateau uit het Tertiair met zware klei – en kiezelhoudende grond waar alle typen vandaan komen van aromatisch, levendig en lieflijke wijn tot echt vol waarin Merlot domineert.

 

De druivenrassen van de Bordeaux zijn eigenlijk beperkt. De verscheidenheid aan grond in de verschillende wijnbouwzones ten spijt. Er wordt al naar gelang de grondsoort en de wijnsmaak die gewenst is “geblend” met de volgende druiven waarbij meer dan 85 % rood is:

-Cabernet Sauvignon – donkerrood van kleur, ceder en cassis in de neus en kracht en structuur. Groene paprika in de geur duidt op te onrijp oogsten óf bij te hoge opbrengst

-Cabernet Franc – heel lang bezien als het kleine broertje van Cabernet Sauvignon, maar eigenlijk is het zijn vader. Bessen, slanker van smaak, decenter in tannines maar hoger in zuur

-Merlot – vroegrijp met een hoge opbrengst, zowel geschikt voor monocépage wijn als voor een cuvée met krachtiger wijn met meer tannine. Vooral de beste resultaten in St. Emilion en Pomerol. Fruitig en zijdeachtig.

-Petit Verdot – laatrijpend en daarom problematisch in de vinificatie. Sterk gekleurd met veel tannine. Wordt soms gebruikt in Médoc

-Malbec – kwam vroeger veel in Bordeaux voor, maar is gerooid ten gunste van Merlot. Wordt in Cahors nog gebruikt

-Sémillon – snel overrijp, maar erg geschikt voor zoete wijnen. De beste droge komen uit Pessac – Léognan. Kan goed bewaard worden, ontwikkeld honing, gekonfijt fruit en bonbons maar houdt frisse citrusnoot

-Sauvignon Blanc – als hij jong is en te vroeg geoogst typisch plantaardigheid en gras. Zwarte bessen en kruisbessen in de geur en goed zuur. Geheel rijp of overrijp zijn ze complexer, rijper en lijken soms op zeer rijpe Riesling

Ook toegestaan zijn Carmenère  en Muscadelle.

 

Bordeaux ligt als wijngebied in het zuid – westen van Frankrijk. Het wordt doorsneden door 2 rivieren: de Garonne komt uit het zuidoosten uit de Pyreneeën en is de zuidelijke rivier, de Dordogne komt uit het oosten en is de noordelijke rivier. Ze verenigen zich bij de stad Bordeaux en daarna heet de rivier de Gironde die zich verbreedt en uitmondt in de Atlantische Oceaan.

De appellations zijn te verdelen in:

-Algemene Appellations

-District Appellations

-Gemeente Appellations

En zijn typisch voor Bordeaux.

 

Bij de Algemene Appellations horen:

-Bordeaux – mag gebruikt worden voor elke wijn die uit de streek komt, van een wijngaard die een appellation klassering heeft en voldoet aan de minimale eisen

Rood : minimaal 10 % alcohol en maximale opbrengst 55hl/ha

Rosé : minimaal 11 % alcohol en maximale opbrengst 55 hl/ha

Wit : minimaal 10,5 % alcohol en maximale opbrengst 65 hl/ha

-Bordeaux Supérieur – voldoet aan strengere eisen

Rood : minimaal 10,5 % alcohol en maximaal 50 hl/ha

Wit : minimaal 11,5 % alcohol en maximaal 50 hl/ha

-Bordeaux Clairet – lichte, rode wijn. Minimaal 11 % alcohol en maximaal 55 hl/ha

-Crémant de Bordeaux – mousserende wijn. Minimaal 11 % alcohol en maximaal 65 hl/ha

 

District Appellations:

<>Er zijn ruim 50 districten. Ze hebben allemaal hun eigen kenmerken. Er zijn districten waar men alle typen druiven verbouwt, maar niet in alle gevallen mogen die wijnen ook de herkomstbenaming van het district dragen. Een voorbeeld: in Entre – deux – Mers wordt witte wijn verbouwd maar ook rode. Alleen de witte mogen als AC Enter – deux – Mers  worden aangeboden, de rode wordt Bordeaux of Bordeaux Supérieur.

Districten met een AC voor rood zijn:

-Medoc

-Haut – Medoc + 6 gemeenteappellations nl. Pauillac, Margaux, Saint – Julien, Saint – Estèphe, Listrac en Moulis

-Saint – Emilion + sub-districten Puisseguin-St.Emilion, Montagne-St.Emilion, Saint- George-St. Emilion en Lussac- St.Emilion

-Pomerol

-Lalande-Pomerol / Neac

-Fronsac

-Canon-Fronsac

-Côtes de Castillon

  <>

Districten met een AC voor wit zijn:

Zoete wijnen:

-Sauternes

-Barsac

-Cérons

-Sainte-Croix-du-Mont

-Côtes de Bordeaux-Saint-Macaire

-Graves Supérieures

-Loupiac

-Cadillac

Droge wijnen:

-Entre-deux-Mers + Entre-deux-Mers-Haut-Bénauge en Bordeaux Haut-Bénauge

 

Districten met een AC voor rood, wit en rosé zijn:

-Graves + gemeenteappellation Pessac-Léognan

-Bourg

-Blaye

-Premières Côtes de Bordeaux

-Graves-de-Vayres

-Côtes de Francs (voorheen Bordeaux-Côtes-de-Francs)

-Sainte-Foy-Bordeaux

 

Gebruikte boeken:

Drankenkennis Deel 1 - Wijnkennis voor het SVH Wijncertificaat

Wijn van André Dominé