Syrah

 

GESCHIEDENIS

Het ontstaan van syrah in het Rhônedal is omgeven door legendes. De wijnranken zijn op de heuvel Hermitage geplant door St. Patrick toen hij op weg was naar het klooster van Lérins.  

Ze zijn geplant door Gaspard de Stérimberg, een kruisridder op thuisreis die als heremiet is gaan leven op een heuvel in de buurt, later Hermitage genoemd.

De druif is ontstaan in de stad Shiraz in Perzië en door kooplieden meegenomen.

De druif komt oorspronkelijk uit Egypte en kwam via het Siciliaanse Syracuse in het Rhônegebied terecht terwijl hij onderweg zijn naam kreeg.

Het meest waarschijnlijke is echter dat de druif in het noordelijke Rhônegebied is ontstaan en gebleven. Al ten rijde van de Romeinen, er is een beschrijving van 71 na Chr., werd er door de Allobrogen, een Gallische stam, een druif verbouwd met dezelfde naam:allobrogica. De wijn kreeg de reputatie een goede kwaliteit en een teerachtige smaak te bezitten. In het noordelijke Rhônegebied kent syrah een enorme genetische variatie, iets wat verwacht mag worden als dit zijn geboortegrond is.

De introductie van syrah in Australië is niet zo’n mysterie. De Schot James Busby (1801-1871) die wordt omschreven als de vader van de wijnbereiding in Australië vestigde zich in 1824 in New South Wales. In 1832 verzamelde hij tijdens een bezoek van 4 maanden aan Europa meer dan 400 stekken van wijnstokken. Syrah kon zich als een van de beste soorten aanpassen aan de hetere, drogere omstandigheden van zijn nieuwe thuisland.
 

Syrah komt dus oorspronkelijk van de noordkant van de Rhônevallei. In de 20e eeuw is de aanplant geleidelijk naar het zuiden gezakt. Côte- Rôtie, Hermitage, Cornas en Saint–Joseph zijn de bekendste gebieden. Als Hermitage werd syrah gebruikt om Bordeaux meer body en kleur te geven. Heel lang werd syrahwijn uit Australië ook Hermitage genoemd.

Hij werd aangepland in Lanquedoc en Roussillon.

Het succes van shiraz in Australië heeft ervoor gezorgd dat in de 70er jaren van de vorige eeuw er meer interesse kwam voor de verbouw, niet alleen in de Rhône maar ook in Californië, Zuid–Afrika en Lanquedoc. Nu zien we ook syrah in Spanje, Zwitserland, Chili, Argentinië en Nieuw–Zeeland en experimenten in Oostenrijk, Italië en Portugal.

 
THEORIE

De druif is kieskeurig als het gaat om de locatie. Hij verdraagt geen hitte of kou. Hij ontluikt laat en rijpt vroeg tot halverwege het seizoen. In een té warm klimaat worden druiven snel overrijp. Hij is resistent tegen ziektes, al komen grijsrot en trosrot voor.

In Barossa is de droogte een probleem. De beste shiraz komt daar van oude stokken die diep gaan om grondwater te vinden.

Syrah heeft donkere druiven met kleine bessen. Hij geeft wijn met een donkere kleur, fruit en veel tannine. Bij een goede rijping kunnen wijnen complex en extreem oud worden.

De druif groeit het beste op rotsachtige, goed afwaterende grondsoorten. De beste lokaties in de Rhône is steen, voornamelijk graniet. In de nieuwe wereld wordt de keuze bepaald door het klimaat.  

 
WIJNMAKEN MET SYRAH

Een druif met zoveel anthocyaninen (kleuraanmakende stof) als syrah kan tegen fermentatie op temperaturen tussen 30 – 35 ˚C en een maceratie die van een paar dagen tot wel 3 weken kan duren. Er is meer tendens om stelen buiten de maceratie te houden: zij zouden wrange tannines geven. Men wil de schil!

Druiven die te koel gekweekt worden óf te groen geplukt worden geven een    paprika – achtige en slappe smaak in plaats van de concentratie en complexiteit die syrah heeft. In het Rhônedal is het voornamelijk het mineraalachtige, rokerig kruidige type; in Australië heeft men een voorkeur voor het zoetige, chocoladeachtige van de druif.

Heel vaak kiezen andere wijngebieden, afhankelijk van het type wijn wat ze willen maken, voor de naam syrah of shiraz. Zelfs in de Lanquedoc  wordt de naam shiraz soms gebruikt.

Syrah leent zich ook erg goed als mengwijn. Lang was dit zijn rol. Bordeaux werd “hermitagé” met syrah. Bekend zijn ook de combinaties met grenache en mourvèdre. Natuurlijk ook gecombineerd met witte wijn zijn er beroemde combinaties: viognier, marsanne en roussanne.

In Australië ontstond de combinatie shiraz – cabernet sauvignon. Op deze manier werd de Bordeauxstijl uit de 19e eeuw nagebootst. Nu zijn ook combinaties met merlot populair.

In Toscane mengt men met sangiovese, op Sicilië met nero d’avola; in Spanje met garnacha, cabernet sauvignon, cariñera en tempranillo en alles door elkaar!

 
Jonge syrah ruikt vaak naar exotische bloemen als anjers en viooltjes, wat voor een rode wijn opmerkelijk is. Daarbij komen smaken van rokend hout met een paar twijgjes rozemarijn op het vuur, frambozen, bramen en zwarte bessen. Côte – Rôtie bezit een nog rokeriger karakter dan Hermitage, maar is ook aromatischer. Bij Hermitage is de smaak van zwarte bessen nadrukkelijker. Ook deze wijn is buitengewoon sappig en vol en bewaart de rijkdom aan smaak langer dan enig andere vergelijkbare Franse rode wijn. De rijping zorgt voor aroma’s van wild en leer, chocolade en viooltjes en tabak. In Australië zijn de smaken romiger en chocoladeachtige, met fruit als zwarte bessen en kersen. Hunter Valley is leerachtig en aards. Barossa geeft zwarte kersen en specerijen. Clare Valley heeft een fruitigheid en fijne structuur, Coonawarra is fris en peperachtig. Victoria heeft peperachtige fruitsmaken die mogelijk uit de mode raken: de klant wil volle smaken.

Rijping geeft de Australische shiraz zoethout, pruimedanten,en pure chocola. Veel van de vanille-aroma’s komen van het nieuwe Amerikaanse eikenhout dat wordt gebruikt. Eerder bottelen geeft een minder leerachtige en meer fruitige smaak.

  

Gebruikte boeken:

WIJN van André Dominé

Single Grape Wines van Alain Simon

Druiven & Wijnen van Oz Clarke & Margaret Rand

Wijngaarden en Wijnmakers onder redactie van Serena Sutcliffe

Vines Grapes & Wines van Jancis Robinson