Simon
Titel |
Recensies |
Simon |
Productie
2004
Categorie Hilarisch drama Regisseur Eddy Terstall Met Cees Geel, Marcel Hensema, Rifka Lodeizen, Nadja Hüpscher |
![]() |
We hebben hier wel eens
uiteengezet hoe slecht wij de
Nederlandse Film over het algemeen vinden, maar Simon valt niet binnen
dat patroon. Simon begint met de toevallige ontmoeting van twee
vrienden die elkaar veertien jaar niet hebben gezien. Camiel is de
homoseksuele tandarts, Simon de brutale, maar eigenlijk goedhartige
handelaar in softdrugs. Simon rijdt Camiel bijna aan en stapt uit. Op
zijn gezicht een grote glimlach, op zijn kale hoofd een muts met heel
groot ‘OK’ er op. Simon: “Zo, leef jij nog?” Camiel: “Ja, jij dus ook?” Simon: “Nog wel. Ik heb kanker.” Deze openingszet is kenmerkend voor de rest van de film. De film springt heen en weer van heden naar verleden en weer terug, we zien de intense vriendschap ontstaan tussen Simon en Camiel, en waarom die vriendschap veertien jaar eerder in Thailand tot een abrupt einde kwam. We zien ook de laatste weken/maanden van Simon, en hoe zijn vriendenkring daar mee om gaat. Uiteindelijk maakt Simon een onvermijdelijke keuze. Het eerste deel van de film is tot de rand gevuld met rake en ook erg leuke grappen (tegen een motoragent: “Zat jij niet in de Village People?”), het tweede deel confronteert je met de harde feiten van het leven van een terminale kankerpatiënt – en weet het toch luchtig te houden. Het wordt nergens plakkerig of sentimenteel, en het grijpt je toch bij de strot. De open en eerlijke benadering van het onderwerp en het beeld van de Nederlandse maatschappij zoals dat in Simon wordt geschetst, heeft internationaal succes lelijk in de weg gestaan. De film kreeg niet eens een Oscar-nominatie, die eigenlijk dik verdiend was. Maar openlijk gebruik van softdrugs, een bijna eindeloze parade van blote borsten, het homohuwelijk, de mogelijkheid tot waardig sterven… het zal de Amerikanen wel net iets te ruig zijn geweest. [RJ] |
![]() |
Een film over kanker,
euthanasie, drugsdealertjes, buitenechtelijke kinderen, Amsterdams
grof taalgebruik, kan natuurlijk nooit in aanmerking komen voor een
Oscar. Te moeilijk voor het Amerikaanse publiek... Nog even afgezien
van het Amsterdamse dialect dat niet te vertalen is, zal de openheid en
de zwarte humor van Simon zelf een grote, onneembare
barrière
zijn geweest. Simon is een zwartgallige komedie over een drugsdealer die hoort dat hij kanker heeft. Als blijkt dat de chemokuur niet aanslaat en de tumoren in z'n hoofd niet te opereren zijn ('... is er dan geen dokter met meer gevoel voor tumor?) is de boot aan. De grofgebekte Simon gaat gesteund door vrienden en familie de strijd met kanker aan, hoewel die niet te winnen is. Hij wil zeker niet als een 'levende knotwilg' z'n laatste dagen slijten en op een door hem gekozen moment eruit stappen. Het verhaal is zwartgallig, maar erg komisch en dat staat gelukig niet in de weg van een dramatische ontwikkeling. Die twee lijnen gaan goed samen en geven de film een perfecte balans tussen leven en vechten voor het leven. Menig persoon die te maken krijgt met kanker zal mogelijk even moeten slikken voor de grove humor, maar zal al gauw merken dat het bevrijdend werkt voor Simon en zijn omgeving. Waardig sterven, daar gaat het om... [BB] |