Diarios de Motocicleta
Titel |
Recensies |
Diarios de Motocicleta |
Productie
2004
Categorie Reisverslag Regisseur Walter Salles Met Gael García Bernal, Rodrigo de la Serna |
![]() |
Che Guevara is geworden
tot een icoon van een tijdperk en
siert met zijn gestyleerde beeltenis nog vele T-shirts, koffiemokken,
sokken, speldjes, badges en opnaaiemblemen. Vreemd genoeg is zijn
populariteit het grootst in de leeftijdsgroep die de tijd waarin hij
leefde niet heeft meegemaakt. Waar komt dat imago dan vandaan?
Misschien is het zijn compromisloze strijd tegen de
‘heersende macht’,
desnoods tot de dood er op volgt – zelfs letterlijk, want Che
Guevara
werd in 1967 in Bolivia vermoord. Toch is er wel een smetje op het
blazoen van de onverbiddelijke Che, die er niet voor terugdeinsde zijn
handtekening te zetten onder het doodvonnis van Cubaanse gevangenen.
Hij was net zo autoritair als degenen die hij bestreed. Hij hield van
het volk, maar ze moesten wèl hun bek houden. Maar goed,
over
die Che gaat deze film dus niet. Deze film vertelt het verhaal van
Ernesto Guevara de la Serna, de jongen die Che was, voor hij
‘Che
Guevara’ werd. De film is gebaseerd op de dagboeken van Ernesto Guevara en Alberto Granado, bijgehouden tijdens een trektocht door Zuid-Amerika. In 1952 gaan de twee met een oude motorfiets vanuit Argentinië op pad naar het noordelijkste puntje van het continent, het Peninsula de Paraguana. Het zijn twee jongens uit gegoede families: Alberto is biochemicus, Ernesto heeft zijn opleiding tot arts bijna afgerond en is in het bijzonder geïnteresseerd in lepra. De oude Norton 500 die hun vervoermiddel zal zijn heeft de liefkozende bijnaam ‘El Poderoso’ ofwel ‘De Machtige’, maar eigenlijk is het een motor die rijp is voor de sloop. Alberto repareert alles dat kapot gaat met ijzerdraad en het feit dat beide jongens geen groot coureurs zijn helpt ook al niet. Voor twee mensen die op een motorfiets een tocht van ruim 10.000 kilometer willen maken over een moeilijk begaanbaar continent, zijn het bar slechte motorrijders. We zien ze regelmatig vallen, slippen, onderuit gaan en tegen koeien oprijden en uiteindelijk wordt een punt bereikt waarop de motor het opgeeft en zijn laatste adem uitblaast. Dan gaat de tocht verder te voet, met een vrachtauto en per vlot, om ten slotte het einddoel te bereiken. Onderweg zien we veel landschappelijk schoon en ontmoeten de mannen alle lagen van de Zuid-Amerikaanse bevolking. Miljonairs-families, gevluchte nazi’s (of is Von Puttkammer een typisch Latijns-Amerikaanse naam?), de gewone man, de straatarme oorspronkelijke bevolking en verdreven communisten. Een vrij lange episode speelt in een leprozenkolonie, waar de twee vrijwillig een paar weken werken. Aan het einde van de film blijkt dit op de jonge Ernesto zo’n indruk gemaakt te hebben dat hij zijn leven radicaal anders inricht dan hij aanvankelijk van plan was. De beelden zijn prachtig, het acteerwerk is prima, er valt nog eens wat te lachen, de muziek versterkt de sfeer… maar ik vind het allemaal nogal emotieloos. Het is alsof je door een verrekijker naar een mooi tafereel kijkt, alleen je hebt het ding andersom. Ik had grote moeite om me in de gebeurtenissen in te leven. Er worden beelden getoond die schrijnend zijn, maar de beide hoofdpersonen leveren daar geen commentaar op, zelfs niet tegen elkaar. Het lijkt alsof ze kijken, hun schouders ophalen en aan al hun volgende bestemming denken. Pas aan het einde wordt er, via een tekstkaart, verklaard dat Ernesto zich door wat hij tijdens de reis had gezien ontpopte tot de held die we nu allemaal kennen. Misschien was het aardig geweest als er in de film zelf hier en daar een hint was gegeven, als teken dat zich bij Ernesto een idee aan het ontwikkelen was. [RJ] |
![]() |
Als je veel films kijkt, zoals
wij, gaat het steeds meer opvallen dat films 'met een boodschap' meer
en meer aan belang winnen. De grote Hollywood producties zijn vaak heel
mooi gemaakt, maar zetten niet vaak aan tot nadenken. Dat lijkt steeds
meer de kracht te worden van de niet-Hollywoord films. Deze film is
daar een heel goed voorbeeld van. Een prachtig reisverhaal, zo op het
eerste gezicht. Wie zou er niet van dromen meer dan een jaar door
Zuid-Amerika trekken op een oude motorfiets om het continent te leren
kennen. Het krijgt al meer diepgang als je beseft dat de Ernesto
Guevara aan het einde van de film Che Guevara lijkt te zijn geworden.
De reis door het continent heeft hem naast fantastische landschappen en
intens vriendelijke mensen ook veel ellende, armoede en uitbuiting
getoond. En dat zou hem definitief veranderen als mens. Was Guevara zo'n idealistisch mens, gedreven door de ellende van het Zuidamerikaans volk? Ik weet het niet, maar het is ook niet echt belangrijk. Ernesto en Alberto Granado zijn eigenlijk niet echt de hoofdpersonen, maar dat is het Zuidamerikaanse continent met z'n geweldige cultuur en z'n verscheidenheid aan mensen. Wie zou daar niet door 'aangetast' worden. De psychologische diepgang maakt deze film tot een uniek tijdsdocument over een vergane cultuur, uitgeroeid door invasielegers uit de hele wereld en de uitbuiters uit het eigen continent. [BB] |