The Story of the Weeping Camel

The Story of the Weeping Camel
Titel
Recensies
The Story of the Weeping Camel

Productie          2003

Categorie:         DocuDrama

Regie:               Byambasuren Davaa, Luigi Falorni

Met:                 Janchiv Ayurzana, Odgerel Ayusch e.v.a.    

4 sterren
Kent u dat sfeertje nog van vroeger, op de lagere school? De leraar kondigde aan dat er ‘vanmiddag film’ zou zijn. Gordijnen dicht, ratelende projector die een bibberend beeld op de muur projecteert, wat strepen en krassen die met verontrustende knallen voorbij flitsen, van die bewegende cirkeltjes met aftellende cijfers en dan…

‘Svenska Edukativ Film’

Kreeg je steevast een film over de Lappen in noordelijk Finland, die een rendier met een gebroken been hebben, of Eskimo’s – Inuits, sorry – die per sé 300 kilometer verderop een iglo moeten bouwen terwijl het overal sterft van de sneeuw. Het commentaar was vanzelfsprekend in Zweeds ingesproken en de ondertiteling was door de sneeuw nagenoeg onleesbaar. En het ging maar door.

Dat gevoel bekroop me bij het horen van de titel van deze film, maar vooral ook bij het verhaal. Een familie van kameelherders leeft in de Gobi-woestijn in Mongolië, en het is het seizoen waar de kalveren worden geboren. Het laatste kalf dat wordt geboren is echter geheel wit en wordt, mogelijk om zijn kleur, door zijn moeder verstoten. Of was het om de zware bevalling, die twee dagen duurde? Hoe dat zij, het kalf mag van zijn moeder niet drinken en flesvoeding lukt ook nauwelijks. De familie heeft het kalf hard nodig en kan zich niet veroorloven dat het sterft. Er wordt besloten tot een ‘Hoosh’, een ceremonie waarbij wordt geprobeerd moeder en kalf te herenigen door middel van muziek. De twee jongste zoons worden naar de ‘stad’ gestuurd, een reis van 50 kilometer per kameel. Daar sporen ze een muziekleraar op die viool komt spelen bij de kamelen. De legende gaat dat de moederkameel zal gaan huilen door de muziek, en zo haar jong toelaat. De hoofdrollen worden vertolkt door de mensen zelf, en het verhaal is op hun leven geïnspireerd.

Mijn oordeel over deze film valt in twee delen uiteen: aan de ene kant ontstijgt het de hierboven beschreven schoolfilms niet, aan de andere kant biedt het een interessante kijk op het leven van mensen in een wereld die zo totaal van de onze verschilt, dat je eigenlijk niet gelooft dat deze film in 2003 is gedraaid. Er is geen televisie, geen telefoon. Er zijn slechts de dieren, die dagelijks verzorging nodig hebben. Toch lijken de kameelherders niet ongelukkig te zijn – ze zijn volledig op elkaar aangewezen en vormen daardoor een zeer hechte gemeenschap. De jongste zoon is echter helemaal weg van het fenomeen televisie, dat hij in de stad heeft gezien. De film eindigt dan ook met de installatie van een schotel-antenne.

Ik weet niet of deze mensen zelf een uur naar deze film zouden kijken, wanneer die op Discovery Channel zou worden uitgezonden. Internationaal heeft de film
erg veel lof toegezwaaid gekregen, maar ik vind dat een beetje overtrokken. Het is een vakkundig gemaakte documentaire, daar niet van, maar een bioscoopfilm…

Saillant detail: ook op de vrijwel onbewoonde, winderige, koude hoogvlakten van de Gobi-woestijn worden kinderen toegedekt met een Nijntje-deken. Hulde aan Dick Bruna.
[RJ]
8 sterren
Hoe kan een kameel nu huilen, vraag je je af. En hoe kan je er eigenlijk een film over maken...!? Vreemde beelden uit een land dat je niet kent: Mongolië, waar een grote familie midden in de Gobi woestijn onder 'primitieve' omstandigheden leeft en afhankelijk is van de veestapel bestaande uit schapen en kamelen. De geboorte van het laatste jong van het seizoen is een probleem. Het is wit en wordt verstoten door z'n moeder. De muziek van een violist kan hierin een oplossing brengen. De hele verhaalontwikkeling is vreemd (voor ons westerlingen) en de oplossing van het probleem sluit al helemaal niet aan bij onze manier van leven zo ver van de natuur. Een filmisch hoogstandje? Niet echt. Technisch perfect dan? Ook niet. Intrigerend? Absoluut. Het leven van deze mensen ontrolt zich langzaam in de 1½ uur die de film duurt en geeft een beeld van mensen die absoluut niet primitief zijn, alleen maar anders. Je krijgt geleidelijk aan juist het idee dat wij de primitievelingen zijn. Die boodschap komt subtiel over en dat maakt deze film een sterk sociaal document.
[BB]